Persoonlijk:

Doel 1:

• In blok 2 ga ik mijn weekenden minder druk inplannen. Dit ga ik doen door minder afspraken te maken en nee te zeggen. Zodat ik in mijn weekenden tot rust kan komen.

Ik heb dit doel opgesteld, omdat ik het gevoel had dat ik nooit echt tot rust kon komen. Niet doordeweeks en niet in het weekend. Ik zat vol met verplichtingen. (Of dingen die voor de leuk doe.) Hierdoor had ik het geval dat ik heel druk was en geen tijd had om tot rust te komen, waardoor ik heel moe was.

Stappenplan bij dit doel:

1. Vrije tijd inplannen.

2. In het weekend niet elke avond weg of werken.

3. Nee zeggen.

Acties bij het stappenplan:

1. In mijn agenda kijken wat ik allemaal te doen heb en daar omheen vrije tijd plannen.

2. Nee zeggen tegen vrienden of werk. Zodat ik in het weekend kan opladen voor de week.

3. Op tijd naar bed gaan.

Evaluatie.

Dit doel is mij wel gelukt. Ik heb het niet zo gedaan dat ik echt vrije tijd in mijn agenda gepland heb, maar ik heb wel meer kunnen uitrusten en tijd voor mezelf kunnen nemen. En ik heb ook nee gezegd tegen verplichtingen/vrienden.

Doel 2:

• In blok 2 ga ik elke week een planning maken wat er in die week allemaal moet gebeuren, zowel voor school als buitenschoolse activiteiten. Zodat ik een duidelijk overzicht heb wat ik allemaal moet doen en vooruit kan werken.

 

Dit doel is bijna hetzelfde als het doel uit blok 1. Dit komst, omdat mijn doel toen niet helemaal was gelukt. En ik het in dit blok wel wil laten slagen en ook echt aan de planning houden.

 

Stappenplan bij dit doel:

1. Ik ga kijken welke opdrachten/LA’s ik moet doen.

2. Welke activiteiten heb ik deze week allemaal.

3. Planning maken hoeveel tijd heb ik overal voor nodig en hoeveel tijd heb ik.

4. Mezelf houden aan deze planning.

 

Actie bij het stappenplan:

1. Op entree kijken naar LA’s en toetsen.

2. Hoeveel tijd staat er per opdracht en dit inplannen samen met andere activiteiten die ik heb.

3. Mezelf houden aan de planning door elke dag mijn planning erbij te pakken en af te strepen wat ik wel gedaan heb.

4. Niet laten afleiden door social media en WhatsApp.

 

Evaluatie.

Eigenlijk is dit doel in blok 2 nog slechter gelukt dat in blok 1. In blok 1 had ik een vaak een planning gemaakt en heb ik ook nog redelijk vooruit gewerkt. Maar in het afgelopen blok heb ik niet echt goed gepland en ook niet zo goed vooruit gewerkt. Dit doel is dus niet gehaald door mij. En daar baal ik echt van, maar het is mijn eigen schuld.

 

Studie:

Doel 1:

• Aan het eind van blok 2 wil ik al mijn herkansingen en toetsen halen, zodat ik niet achter blijf lopen.

Ik heb dit doel gemaakt, omdat ik nu merk hoe vervelend het is als je ook nog herkansingen moet maken. Dan komt er steeds meer bij en blijf je het opstapelen. Dat is nadelig en gaat ten koste van je andere opdrachten.

 

Stappenplan bij dit doel:

1. Wat moet ik doen voor de toetsen?

2. Planning maken

3. Goed vooruit werken.

 

Acties bij het stappenplan:

1. Op entree bij het ‘toetshoedje’ kijken wat je moet doen voor de toetsen.

2. Planning maken hoe en wanneer je opdrachten gaat maken.

3. Vooruitwerken door me echt aan de planning te houden.

 

Evaluatie.

Ik weet nog niet of dit doel gaat lukken ik heb nog geen toetsweek gehad dus meer kan ik er niet over zeggen.

 

Doel 2:

• Aan het eind van blok 2 wil ik weten hoe APA werk, zodat ik daar geen punten op verlies bij de toetsingen.

Ik heb dit doel gemaakt, omdat ik in blok 1 APA verkeerd had gedaan. En het zou zonde zijn om daar je punten op te verliezen of zelf je toets niet door te halen.

 

Stappenplan bij dit doel:

1. Naar het college over APA gaan.

2. Op internet kijken hoe echt moet.

 

Acties bij het stappenplan:

1. Als ik vragen heb, stel ze in het college.

2. Snap ik het nog niet kijk dan op internet.

3. Of vragen aan een medestudent.

 

Evaluatie.

Ik heb het college over APA nog niet gehad en snap het dus nog steeds niet. Maar hopelijk ga ik het na het college nog snappen.

​

Werkplekleren:

Doel 1:

• In blok twee wil ik op mijn WPL elke dag minsten 1 à 2 activiteiten hebben gedaan per dag.

Ik heb dit doel opgesteld, omdat ik actief wil zijn op mijn stage. En door die activiteiten te doen meer kan leren en ontplooien.

 

Stappenplan:

1. Overleggen met mijn mentor en vragen wat ik allemaal kan doen.

2. Zelf initiatief nemen en zelf dingen voorstellen.

 

Acties bij het stappenplan.

1. Contact opnemen met mijn mentor en vragen wat zij denkt dat ik kan doen.

2. Zelf met voorstellen komen en die uitwerken.

3. Opdrachten vanuit school doen, dan kom je ook al een heel eind.

 

Evaluatie.

Dit doel is mij gelukt. Ik heb elke dag wel een activiteit gedaan op mijn stage. De ene keer was het een les. De andere keer ging in voorlezen of het Bijbelverhaal doen. Maar ik heb elke dag een activiteit gedaan.

 

Doel 2:

• In blok 2 wil ik alle aandacht van de kinderen hebben tijdens mijn lessen, door hen er allemaal bij te betrekken.

Ik heb dit doel opgesteld, omdat ik merkte dat ik niet altijd alle aandacht had en ik niet elk kind bij mijn les betrok. Dit is op mijn WPL ook moeilijk, want er zijn een aantal leerlingen die geen Nederlands praten.

 

Stappenplan:

1. Leuke, boeiende lessen maken.

2. De leerlingen vragen om hun aandacht.

3. Elke leerlingen erbij betrekken.

 

Acties bij het stappenplan:

1. Uitdagende lessen geven.

2. Zijn kinderen er niet meer bij of letten ze niet op? Moet ik ze gewoon zeggen dat ze mee moeten doen en stil moeten zijn.

3. Elke leerlingen een kijken en misschien wel een vraag stellen. Niet altijd dezelfde laten antwoorden of doen.

 

Evaluatie.

Dit doel is mij nog niet helemaal gelukt. Ik vind het lastig om de aandacht te krijgen van alle leerlingen. En ik vind het vervelend om elke keer leerlingen tot de orde te moeten roepen. Ook zitten er leerlingen in mijn stageklas die geen Nederlands spreken voor hen is het ook lastig om hun aandacht erbij te houden.

​

​

​