POP blok 1

Persoonlijk:

  • Elke week een planning maken of agenda invullen met alle activiteiten die ik heb, zowel die van school als buitenschoolse activiteiten.

Dit doel heb ik opgesteld, omdat ik het handig vond voor mijn zelf om elke week op een rijtje te hebben welke activiteiten ik had en wat ik voor school moet doen. Zodat ik goed kan inplannen wanneer ik wat moet doen. Zo weet ik elke week wat mij te doen staat en zo werk ik elke week ook mijn LA’s af en heb ik al mijn schoolopdrachten op tijd af.

 

Stappenplan bij dit doel:

  1. Ik ga kijken welke opdrachten/LA’s ik moet maken.

  2. Dan ga ik kijken hoeveel tijd ik daar ongeveer aan ga en moet besteden en dit per week inplannen.

  3. Welke andere activiteiten, zoals studentenvereniging, heb ik nog en kan dit met wat ik voor school moet doen? (School gaat voor.)

  4. Kijken hoeveel vrije tijd ik nog over heb.

  5. Als ik aan het werk ben voor school geen google aan voor andere dingen dan behalve school, zodat ik niet afgeleid wordt of toch stiekem film ga kijken.

 

Acties bij stappenplan:

  1. Op entree kijken naar de opdrachten en toetsingen.

  2. Kijken hoeveel uur er staat per opdracht en dit inplannen.

  3. Planning maken van zowel schoolopdrachten als andere activiteiten.

  4. Ook mijn vrije tijd in plannen.

  5. Zorgen dat ik niet word afgeleid, door o.a. mobiel weg te leggen.

 

Evaluatie.

Mijn persoonlijk doel in blok 1 is deels wel gelukt, deels niet. Ik heb wel elke week een planning gemaakt met wat ik allemaal moest doen per week, maar ik heb het uiteindelijk niet zo concreet gemaakt dat ik elke opdracht met het aantal werk uur had ingepland. Aan het eind van het blok had ik wel al mijn opdrachten af op NT-plantje laten groeien na. Misschien dat ik het in het volgde blok toch nog concreter kan maken en het ook echt elke week een planning maken en daar ook aan houden.

 

Studie:

  • Aan het eind van blok 1 heb ik 4 van de 7 toetsen gehaald met een minimale score van 60%.

Ik heb dit doel opgesteld, omdat net iets meer dan de helft van de toetsten wilde halen. Ik vond het doel om al mijn toetsten te halen niet haalbaar voor mij zelf en niet realistisch. Aangezien ik met wat moeite de havo heb gedaan en ik altijd in eerste periode moest wennen en veel toetsen niet haalde. Zo dacht ik dat dat ook op het hbo zou zijn. Vandaar dat mijn doel was 4 van de 7 toetsen en niet allemaal.

Stappenplan bij het doel:

  1. Kijken welke toetsen heb ik allemaal.

  2. Wat moet ik voor elke toets doen en hoeveel tijd heb ik ongeveer nodig?

  3. Dan ga ik een planning maken.

  4. Te werk gaan volgens mijn planning.

Acties bij het stappenplan:

  1. Kijken op entree welke vakken heb en welke worden er getoetst.

  2. Kijken op entree onder het ‘toetshoedje’ wat ik voor elke toets moet doen.

  3. Planning maken en samenstellen.

  4. Aan de slag gaan voor de toetsen.

 

Evaluatie.

Dit doel heb ik behaald. Ik heb in blok 1 5 toetsen gehaald van de 7. Ik moet alleen mijn NT-dossier aanvullen met een verslag van mijn plantje dat ik in blok 2 aan het laten groeien ben. Ook moet ik nog wat verbeteren aan mijn VM-dossier. Maar over blok 1 ben ik zeer tevreden en ook ben ik erg blij met al mijn cijfers en resultaten.

 

Werkplekleren.

  • In blok 1 wil ik in mijn stage alle namen van de kinderen leren. Dit doe ik door de klassenlijst te vragen en goed luisteren wanneer de juf of kinderen elkaars namen zeggen.

Ik heb dit doel opgesteld, omdat ik het belangrijk vind dat je als juf, en ik dus als stagiaire ook, kinderen kan aanspreken bij hun naam. Niet dat je moet zeggen hé jij daar, want dat is zo onpersoonlijk. Dus vandaar dit doel.

Stappenplan bij het doel:

  1. Klassenlijst vragen aan mijn mentor.

  2. Doe luisteren naar de juf en de kinderen als er namen gezegd worden.

Acties bij het stappenplan:

  1. De klassen lijst vragen en deze bestuderen.

  2. Goed opletten als de juf de absentielijst afgaat wie op welke naam reageert.

  3. Kijken op de naamstickers van de leerlingen op hun stoel en wie op welke stoel gaat zitten.

Evaluatie.

Dit doel is mij gelukt. Al in de eerste stageweek van blok 1 kende ik de naam van alle leerlingen uit mijn stageklas. Ik heb geen namenlijst aan mijn mentor gevraagd, want in de klas hangt er een lijst met alle namen en in welke groepjes die kinderen zitten. Zo kon ik die lijst bestuderen. Ik heb goed geluisterd als er namen gezegd werden en zo heb ik dit doel kunnen behalen.